Bijlagen

Beleidsprestatie 2-1-5 Realisatie provinciale infrastructuurprojecten (PZI)

Om de bereikbaarheid op peil te houden legt de provincie ook nieuwe infrastructuur aan of verbetert het bestaande infrastructuur. Deze projecten worden gerealiseerd op basis van een besluit waarin de inhoudelijke scope, planning en het financieel kader zijn vastgelegd.

1. Fietsmaatregelen Noordelijke Duin- en Bollenstreek
In de Kadernota 2024 is gemeld dat de projecten fietstunnel Lisse en De Lier vooralsnog niet door konden gaan in verband met een tekort aan financiële middelen. Daarbij is wel besloten om het project bij De Lier te stoppen en deze middelen ter grootte van € 4 mln in te zetten voor de fietstunnel Lisse. Dit was echter onvoldoende om het tekort te dichten. Binnen het project is geen versobering mogelijk en het tekort wordt niet veroorzaakt door prijsontwikkeling maar door omgevingsfactoren zoals ruimtelijke beperkingen, kabels en leidingen en grondgesteldheid. Het project wordt echter door provincie en regio wel beschouwd als een belangrijke schakel in het mobiliteitsnetwerk, ook voor de Noordelijke Duin- en Bollenstreek. Daarom is het voorstel om vanuit de reservering van € 10 mln voor fietsmaatregelen Noordelijke Duin- en Bollenstreek (zie beleidsprestatie 2.1.4) het tekort van maximaal € 3 mln te dekken. Met deze toevoeging kan dit project nader worden uitgewerkt, aanbesteed en gerealiseerd. Indien er een regionale bijdrage komt dan zal een deel van de € 3 mln terugvloeien naar de reservering voor fietsmaatregelen Noordelijke Duin- en Bollenstreek.

2. Gelijkvloerse kruising N214/N216
Onder beleidsprestatie 2.1.4 zijn twee wijzigingen beschreven die betrekking hadden op uitvoeringsprojecten. Bij het project Gelijkvloerse Kruising N214/216 is gebleken dat er ruimte zit in het uitvoeringskrediet. Het voornemen is om dit project gelijktijdig aan te besteden en uit te voeren met het project N214 Verkeersveiligheid (Verkenningsfase) aangezien deze op elkaar aansluiten. Op het project N214 is momenteel een tekort. Het voorstel is de ruimte in het uitvoeringskrediet te benutten voor een deel van dit tekort. Echter hiermee is het tekort op de N214 niet opgelost. Indien het project N214 verkeersveiligheid niet door kan gaan zal de kruising afzonderlijk worden uitgevoerd.
Daarnaast wordt het investeringskrediet voor HOV DMG gesplitst in een uitvoeringskrediet voor fase 1 en fase 2, deze projecten worden in 2024 afgerond, en fase 3 waarover nog besluitvorming moet plaatsvinden.

3. Verbreding Delftse Schie
Dit project bestaat uit een lokale verbreding van de Schie in het kader van de beroepsvaart en maatregelen voor ligplaatsen en loswallen op verzoek van de gemeente Delft. Op het project is een financieel tekort opgetreden van circa € 1,8 mln. Het tekort is ontstaan doordat eerder aan het project toegevoegde wensen van de gemeente Delft duurder uitvallen. De kosten van deze onderdelen zijn gestegen door prijsontwikkeling maar de bijdrage van de gemeente is gelijk gebleven. Momenteel wordt in overleg met de gemeente bepaald hoe dit project nu verder gaat. Vooralsnog wordt geen voorstel gedaan voor een financiële wijziging. Dit betekent dat voorlopig geen realisatiebesluit kan worden genomen door GS. De oorspronkelijke planning van oplevering in 2027 is niet meer haalbaar. In het PZI 2025-2039 volgt mogelijk een wijziging wat betreft het uitvoeringskrediet en de planning.

4. HOV DMG (waaronder Merwerdelingelijn) fase 1 en 2
Zoals onder beleidsprestatie 2.1.4 (nummer 16) is voorgesteld wordt € 4 mln van het uitvoeringskrediet overgeheveld naar een nieuwe reservering voor HOV DMG fase 3.

5. Ontwikkeling buscorridors (Coalitieakkoord) - Noordwijk – Schiphol

Dit project richt zich op opwaardering van de HOV-verbinding tussen Noordwijk en Schiphol. Het gaat om een gefaseerde uitvoering van inframaatregelen ter bevordering van de doorstroming en betrouwbaarheid van bussen en de verbetering van haltes. De afzonderlijke wegbeheerders zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatregelen op het eigen wegennet.

Maatregelen op het Zuid-Hollandse deel van de HOV-verbinding zijn gedeeltelijk al uitgevoerd. Dit is het geval in Noordwijk en Voorhout (waaronder de randweg Voorhout), evenals bij station Sassenheim en de centrumhalte in Lisse. Aanpassingen aan het gemeentelijk wegennet in Sassenheim en Lisse zijn nog in onderzoek.

Datzelfde geldt voor de maatregelen aan de N208 in Sassenheim. Voor dit provinciale deel is bij de vorige Kadernota gemeld dat er voor de bedachte meerstrooksrotonde met fietstunnel onvoldoende dekking beschikbaar is. Vooralsnog is het, net als voor de projecten parallelweg N217, N214 verkeersveiligheid, niet mogelijk om voldoende middelen vrij te maken zonder projecten met bestuurlijke en juridische verplichtingen te stoppen. Dit betekent dat een keuze zal moeten worden gemaakt welk project wel en welk project niet doorgaat. De uitkomsten van lopend onderzoek naar de inpassing van de N208-maatregelen met actuele kostenraming komen volgens planning voor het zomerreces beschikbaar. 

De provincie Noord-Holland werkt aan de nieuwe oeververbinding voor HOV en fietsers over de Ringvaart tussen Lisse en Lisserbroek met aansluitend een busbaan en fietspad tot aan de P&R Getsewoud. Omdat de voorbereiding inclusief alle benodigde procedures meer tijd vergt dan eerder voorzien, verwacht de provincie Noord-Holland de geplande oplevering nu in 2029.

Tabel 25: Overzicht wijzigingen diverse investeringskredieten uitvoeringsprojecten

6. N216 Rotonde Goudriaan

Het project N216 rotonde Goudriaan is onderdeel van het programma functionele verbeteringen wegen verkeersveiligheid en doorstroming en bevindt zich in de realisatiefase. De werkzaamheden zijn verwachting in 2024 klaar. Dit is helaas te laat om nog aanspraak te maken op de Rijksbijdrage in het kader van de SPUK verkeersveiligheid N-wegen. Hiervoor gold dat het project uiterlijk eind 2022 had moeten zijn opgeleverd. Dat betekent dat € 267.000,- aan inkomsten op het project wegvalt, deze zullen worden terugbetaald aan het Rijk. Vooralsnog is voor de realisatie het volledige uitvoeringskrediet nodig daarom wordt voorgesteld wordt om deze tegenvaller te compenseren door € 267.000,- toe voegen aan het krediet vanuit de reservering functionele verbeteringen wegen verkeersveiligheid en doorstroming. De wijziging in de reservering is terug te vinden onder beleidsprestatie 2.1.4 (nummer 21).

7. Geluidsscherm Triangel
Ook het project Geluidsscherm Triangel langs de N451 te Waddinxveen is onderdeel van dit programma. Dit project is inmiddels afgerond met een klein tekort van € 10.000,- Dit tekort wordt opgevangen binnen dezelfde reservering functionele verbeteringen wegen verkeersveiligheid en doorstroming. De wijziging in de reservering is terug te vinden onder beleidsprestatie 2.1.4 (nummer 21).

8. Quick Wins N209 Heerewegh (Benthuizen)
De huidige reservering functionele verbeteringen wegen verkeersveiligheid en doorstroming is in principe bedoeld om tegenvallers op de lopende projecten binnen dit programma op te vangen en niet bedoeld voor nieuwe projecten. Desondanks wordt nu toch voorgesteld om voor maximaal € 100.000,- een beroep te doen op de reservering voor de Quick Wins N209 Heerewegh (Benthuizen).
Mede op verzoek van Provinciale Staten is het afgelopen jaar onderzoek gedaan naar dit verkeersveiligheidsknelpunt. Hieruit is gebleken dat, vooruitlopend op een mogelijke grotere ingreep, op de korte termijn kleine maatregelen kunnen worden getroffen die een positief effect kunnen hebben op de verkeersveiligheid. De maatregelen kunnen in 2024 worden gerealiseerd nadat GS het uitvoeringsbesluit hiervoor hebben genomen. De wijziging in de reservering is terug te vinden onder beleidsprestatie 2.1.4 (nummer 21).

9. N207 Zuid
Voor de N207 Zuid geldt dat begin 2023 nog besloten is voor een kleine scopewijziging om de weg beter in te passen in het landschap. Dit is via deze van gedeputeerde Staten d.d. 21 februari 2023 gemeld aan provinciale Staten. De realisatie van een grondwal is toegevoegd aan het project waarmee de weg niet zichtbaar is vanuit het Bentwoud. Dit brengt € 0,5 mln aan meerkosten met zich mee waarvoor de dekking nog niet was verwerkt. Deze meerkosten worden voor de helft gedekt vanuit Ambitie 7 Gezond en Veilig Zuid-Holland en voor de andere helft vanuit Ambitie 2 Bereikbaar Zuid-Holland. Voor dit laatste deel ter grootte van € 250.000,- geldt dat dit niet kan worden opgevangen binnen het bestaande uitvoeringskrediet. Ook zijn er geen andere reserveringen binnen het PZI voor dit soort scopewijzigingen. Voorgesteld wordt daarom om deze ten laste te brengen van de reservering functionele verbeteringen wegen verkeersveiligheid en doorstroming. De wijziging in de reservering is terug te vinden onder beleidsprestatie 2.1.4 (nummer 21).

Tabel 26: Overzicht wijzigingen diverse investeringskredieten uitvoeringsprojecten ten laste van reservering functionele verbeteringen (beleidsprestatie 2.1.4)

10. Vervanging Sint Sebastiaansbrug
De vervanging van deze brug in Delft is in 2020 opgeleverd. In de Kadernota 2023 is gemeld dat de financiële afrekening meer tijd zou kosten en dat rekening werd gehouden met een mogelijke tekort van € 0,3 mln waarvoor nog geen dekking was. Inmiddels is duidelijk dat het project in 2024 volledig financieel zal worden afgerond met een lichte overschrijding van € 50.000,-. Het tekort blijkt dus veel lager dan eerder verwacht. Voorgesteld wordt om deze onvermijdelijke kosten te dekken vanuit de reservering tegenvallers en prijsontwikkeling lopende projecten. De wijziging in de reservering is terug te vinden onder beleidsprestatie 2.1.4 (nummer 22).

11. N211 Wippolderlaan
Voor het project is samen met de aannemer een nieuwe kostenraming en projectplanning gemaakt. Hierbij is gebleken dat er aanzienlijk meerwerk wordt verwacht ten aanzien van de kabels en leidingen. Daarnaast worden de projectmanagementkosten hoger ingeschat omdat de looptijd van het project toeneemt met een half jaar en er kwalitatief duurder personeel nodig is. De meerkosten zijn niet het gevolg van een scopewijziging of prijsontwikkeling en kunnen slechts gedeeltelijk worden afgedekt door indexering van de bijdrage van Rijkswaterstaat voor de aansluiting op de A4. Het restanttekort kan niet worden opgevangen binnen het project door te versoberen zonder dat dit de doelstellingen raakt of inzet van de risicoreservering. De werkzaamheden moeten immers nog starten en alle risico’s kunnen nog optreden. Omdat het onvermijdelijke kosten zijn die niet eerder konden worden voorzien wordt voorgesteld om dit tekort te dekken vanuit de reservering tegenvallers en prijsontwikkeling lopende projecten. De wijziging in de reservering is terug te vinden onder beleidsprestatie 2.1.4 (nummer 22).

In de komende periode wordt de kostenraming nog verder aangescherpt met betrekking tot de risico’s. Mogelijk dat hierop bij het PZI in het najaar van 2024 of de Kadernota 2026 volgend voorjaar een bijstelling nodig is. Tot slot loopt een gerechtelijke procedure voor het niet terug kunnen keren van de huidige verzorgingsplaats en een mogelijke schadeloosstelling voor de exploitant. In het uitvoeringskrediet is rekening gehouden met € 0,5 mln aan kosten maar in het slechtste geval zou dit ook € 1,5 mln kunnen worden. Mogelijk is in 2025 bijstelling van het uitvoeringskrediet noodzakelijk als gevolg van de gerechtelijke uitspraak.

12. N215 Melissant - Dirksland
Het project is in 2021 afgerond. Helaas heeft dit project vanaf de start veel problemen gekend met de oorspronkelijke aannemer (o.a. milieudelicten, verkeerde materialen). Uiteindelijk is tussentijds het contract met deze aannemer beëindigd en heeft een nieuwe aannemer het project afgerond. Vervolgens heeft de oorspronkelijke aannemer een rechtszaak aangespannen in verband met door de provincie niet gehonoreerde claims voor meerwerk. De verwachting was eerder dat dit niet zou leiden tot extra kosten voor de provincie.
Inmiddels is de betreffende aannemer failliet maar heeft de rechter bepaald dat de rechtszaak mag worden doorgezet door een van de schuldeisers van de aannemer. In een tussenuitspraak heeft de rechter de oorspronkelijke claim van € 4 mln al teruggebracht naar € 2 mln maar de claim niet geheel af te wijzen. Dit proces inclusief beroepsprocedures wordt naar verwachting pas ten vroegste in 2025 afgerond. Tot die tijd worden nog interne projectmanagementkosten gemaakt. Op basis van de tussenuitspraak wordt inmiddels rekening gehouden met een gedeeltelijke toekenning van de claim. Voorgesteld wordt om het krediet voor afronding van dit project te verhogen met € 0,2 mln voor projectmanagement en € 0,9 mln voor de claim. Aangezien dit onvermijdelijke kosten zijn wordt hiervoor een beroep gedaan op de reservering tegenvallers en prijsontwikkeling lopende projecten. De wijziging in de reservering is terug te vinden onder beleidsprestatie 2.1.4 (nummer 22).

Tabel 27: Overzicht wijzigingen diverse investeringskredieten uitvoeringsprojecten ten laste van reservering tegenvallers (2.1.4)

13. Nieuwe bedieningscentrale weg en vaarweg West
De nieuwe bediencentrale wordt gerealiseerd in het Provinciehuis. De aansluiting op het glasvezelnetwerk is aanbesteed en wordt in 2024 gerealiseerd. Voor het onderdeel techniek is de planuitwerking aanbesteed. De realisatie wordt pas later aanbesteed omdat tijdens de planuitwerking nog nieuwe inzichten kunnen ontstaan ten aanzien van de hard- en software. Het onderdeel huisvesting is aanbesteed als onderdeel van een groter huisvestingsproject voor het provinciehuis.
Voor techniek en huisvesting geldt dat het gros van de uitgaven in 2024 zal worden gedaan. Hoewel op dit moment nog geen sprake is van een tekort wordt deze aan het eind van 2024 wel verwacht als gevolg van prijsontwikkeling. Om tijdig aan de contractuele verplichtingen te kunnen voldoen wordt niet achteraf maar vooraf het investeringskrediet gecompenseerd voor prijsontwikkeling op basis van een rekenpercentage. Na afloop van het project wordt de daadwerkelijke prijsontwikkeling bepaald en het investeringskrediet hierop aangepast. Voorgesteld wordt om nu € 1,7 mln en € 0,4 mln toe te voegen vanuit de reservering voor prijsontwikkeling lopende projecten t/m 2027. De wijziging in de reservering is terug te vinden onder beleidsprestatie 2.1.4 (nummer 23).

Tabel 28:Overzicht wijzigingen investeringskredieten uitvoeringsproject Nieuwe bediencentrale

14. RijnlandRoute

Het programma RijnlandRoute bestaat uit 3 deelprojecten, die samen zorgen voor de verbetering van de verbindingen tussen de Rijkswegen A4 en A44 en de provinciale N206 en daarmee de bereikbaarheid in Holland – Rijnland verbeteren. Het eerste deelproject N434 is in 2017 gegund en voor circa 95% gereed, het tweede deelproject Tjalmaweg is in 2019 gegund en is opgeleverd in 2023 en het derde deelproject Europaweg zit in de realisatiefase (aanbestedingsprocedure). Het betreft een programma met veel belanghebbenden, afstemming met aanpalende wegbeheerders (vooral Rijkswaterstaat) en financiële bijdragen van derden. Hierdoor ontstaat een grote dynamiek, die ook zijn weerslag heeft op het programmakrediet (uitgaven en inkomsten). Via de reguliere tweejaarlijkse voortgangsrapportages worden PS geïnformeerd over de voortgang van het programma.

Voor het programma RijnlandRoute hebben PS een extra reservering weerstandsvermogen opgenomen gebaseerd op de risico’s in de drie deelprojecten. Deze reservering maakt geen onderdeel uit van de projectkredieten en is bedoeld voor het opvangen van excessieve risico’s die zich kunnen voordoen bij deze projecten. Dit betekent dat wanneer de verwachting is dat deze excessieve risico’s zich niet of in mindere mate zullen voordoen deze budgetten weer beschikbaar komen in het PZI.
De reservering was oorspronkelijk € 123 mln. Bij Kaderbesluit 2019 is eerder € 24 mln vrijgevallen. Dit kon omdat bepaalde risico’s bij de N434 niet waren opgetreden. Bij de Kadernota 2024 is de reservering verlaagd naar € 39,5 mln. Daarbij is rekening gehouden met de claim van de aannemer COMOL 5 die thans “onder de rechter is”. De vrijvallende middelen zijn ingezet voor de diverse projectontwikkelingen op de deelprojecten.

Ook dit jaar zijn er diverse projectontwikkelingen die worden verwerkt in het PZI, deze zijn voor de provincie budgetneutraal. Er vinden geen scopewijzigingen plaats. Wel wordt de provinciale bijdrage gecompenseerd voor prijsontwikkeling over 2023 ten laste van de reservering prijsontwikkeling lopende projecten t/m 2027. De wijziging in de reservering is terug te vinden onder beleidsprestatie 2.1.4 (nummer 23).
Bij de N434 betreft het de indexering van de Rijksbijdrage, de financiële afrekening werkzaamheden Rijkswaterstaat en aannemer COMOL 5 en herverdeling van middelen over het totale Programma. De indexering over 2023 van de provinciale bijdrage bedraagt € 1,8 mln.
Bij de Tjalmaweg is sprake van indexering van de Rijksbijdrage en verlaging van de bijdrage van gemeente Katwijk. De indexering over 2023 van de provinciale bijdrage bedraagt € 2,4 mln.

Voor de Europaweg is sprake van herverdeling van middelen over het totale Programma. De indexering over 2023 van de provinciale bijdrage bedraagt € 8,6 mln op basis van de meest recente raming die is opgesteld ten behoeve van de aanbestedingsprocedure.

De benodigde middelen voor het toekomstig beheer- en onderhoud van de RijnlandRoute worden regelmatig geactualiseerd op basis van voortschrijdend inzicht over het ontwerp. Bij de Kadernota 2022 zijn middelen toegevoegd aan de egalisatiereserve beheer- en onderhoud voor toekomstig onderhoud. De actualisatie voor de beheerlasten N434, Tjalmaweg en Europaweg kunnen nog leiden tot noodzakelijke bijstellingen in de volgende Kadernota’s. De meest recente actualisatie laat alleen een beperkte stijging zien van de beheerlasten voor de Corbulotunnel welke kan worden opgevangen binnen het bestaande beheer en onderhoudsbudget.

Tabel 29: Overzicht wijzigingen investeringskredieten programma RijnlandRoute

15. HOV-Net Zuid-Holland Noord
Een al langlopend programma in het kader van het MIRT is het HOV-net Zuid-Holland Noord. Dit programma bestaat uit 3 projecten:

• Spoorcorridor Leiden-Utrecht (fase 1 uitvoering en fase 2 planuitwerking);
• Spoorcorridor Alphen-Gouda (afgerond);
• HOV Leiden CS – Noordwijk (realisatie)

Voor dit programma hebben PS een extra risicoreservering op programmaniveau opgenomen gebaseerd op de projectrisico’s. De reservering maakt geen onderdeel uit van de projectkredieten en is bedoeld voor het opvangen van excessieve risico’s die zich kunnen voordoen bij deze projecten. Dit betekent dat wanneer de verwachting is dat deze excessieve risico’s zich niet of in mindere mate zullen voordoen deze budgetten weer beschikbaar komen in het PZI.
Tot nu is er geen noodzaak geweest om de reservering aan te spreken. Omdat de planuitwerking van fase 2 van de Spoorcorridor Leiden – Utrecht nog niet is afgerond blijft de reservering vooralsnog hetzelfde.

De Spoorcorridor Leiden – Utrecht bestaat uit een fase 1 die bijna is afgerond en een fase 2 waarvoor de planuitwerking loopt. In een brief aan Provinciale Staten van 7 november 2023 is een stand van zaken gegeven voor dit project. Hierbij is gemeld dat fase 1 naar verwachting zal worden afgerond met een positief resultaat van circa € 5 mln. Voor fase 2 is duidelijk dat met de huidige scope er een tekort bestaat van circa € 55 mln. Hiervan kan circa € 12 mln worden verklaard door prijsontwikkeling. Het overige tekort wordt veroorzaakt door nadere en gedetailleerde uitwerking van de scope. Het blijkt dat in eerdere ramingen onterecht onderdelen niet zijn meegenomen of te laag zijn geraamd. Ook hier geldt dat het niet mogelijk is om voldoende middelen vrij te maken zonder projecten met bestuurlijke en juridische verplichtingen te stoppen. Momenteel wordt met de partners gekeken naar extra cofinanciering en versobering van de scope. Voor dit laatste wordt ook in beeld gebracht wat dit betekent voor de doelstellingen. Op een later moment volgt een nader inhoudelijk voorstel voor dit project. Voor nu wordt voorgesteld om de investeringskredieten voor fase 1 en fase 2 te splitsen zodat fase 1 in 2024 kan worden afgerond en geactiveerd. De verwachte oplevering van fase 2 verschuift van 2027 naar 2029.

Het project Spoorcorridor Alphen-Gouda is opgeleverd maar moet nog financieel worden afgerond met onder andere het Rijk. Naar verwachting zal dit tot 2026 duren.

Op het project HOV Leiden CS – Katwijk wordt de Rijksbijdrage geïndexeerd. Dit project bestaat uit twee onderdelen namelijk de renovatie van de Plesmanlaan in leiden door de gemeente en de busbaan Leiden – Katwijk door provincie. Het gemeentelijke project loopt vertraging op door procedures bij de Raad van State en vanwege stikstof. De oplevering verschuift naar 2029. Dit is nog onder voorbehoud dat het Rijk, die meer dan helft bijdraagt aan dit project, akkoord gaat met deze planningswijziging.
Voor de Busbaan Leiden – Katwijk duurt de planuitwerking (bouwteamfase) langer dan verwacht door de uitwerking van de stikstofcompensatie. De extra projectmanagementkosten die hiermee gepaard gaan zijn nog niet bekend. Bij het PZI 2025-2039 zal hiervoor een wijziging worden doorgevoerd. Project lijkt vooralsnog binnen planning en financieel kader te worden gerealiseerd waarbij wordt aangetekend dat vanwege stikstof al wel meer projectmanagementkosten zijn gemaakt dan gepland. Dit kan in de toekomst leiden tot een tekort. Het ligt voor de hand om in de toekomst beiden projecten apart weer te geven, dit wordt nader uitgewerkt.

Tabel 30: Overzicht wijzigingen investeringskredieten programma HOV-Net Zuid-Holland Noord

16. Vervanging Steekterbrug voor vaste brug
In het uitvoeringsbesluit van eind 2022 is besloten om de Steekterbrug bij Alphen a/d Rijn te vervangen voor een vaste brug. In de Kadernota 2024 is dit besluit verwerkt door het investeringskrediet en de tot dan toe gedane uitgaven te splitsen voor het oude project (beweegbare brug) en het nieuwe project (vaste brug). Hierbij is gemeld dat nog nader wordt bepaald welke kosten ten laste kunnen komen van het nieuwe project en welke kosten niet mogen worden geactiveerd. Inmiddels is duidelijk dat van de gedane uitgaven alleen de aangekochte gronden ter grootte van € 3,9 mln zeker aan het nieuwe project mogen worden toegeschreven. Voorgesteld wordt om de uitgaven en het bijbehorende krediet over te hevelen naar het nieuwe project. De overige uitgaven ter grootte van € 5,1 mln zijn gedaan integraal gericht op een beweegbare brug. De beweegbare brug wordt niet gerealiseerd daarom kunnen deze uitgaven niet worden geactiveerd. Voorgesteld wordt om deze uitgaven ten laste te brengen van de exploitatie in 2024 met dekking vanuit de reserve bereikbaarheid. Het investeringskrediet verschuift naar het nieuwe project voor een vaste brug.

Daarnaast wordt voorgesteld om het uitvoeringskrediet met € 1,8 mln te compenseren voor prijsontwikkeling t/m 2023 op basis van een nieuwe kostenraming. De aanbesteding voor de planuitwerking en de realisatiefase vindt naar verwachting plaats eind 2024. Ten behoeve van een succesvolle aanbesteding wordt op voorhand het krediet ook met € 1,9 mln gecompenseerd voor prijsontwikkeling over 2024 op basis van een rekenpercentage. De dekking komt vanuit de reservering prijsontwikkeling lopende projecten t/m 2027. De wijziging in de reservering is terug te vinden onder beleidsprestatie 2.1.4 (nummer 23).

Tabel 31: Overzicht wijzigingen investeringskrediet Steekterbrug

17. Kleine wijzigingen en verschuivingen
Tot slot zijn er binnen deze beleidsprestatie nog wat kleine wijzigingen en verschuivingen qua planning en financiën.
Het project Verkeersveiligheid maatregel traject N211a: Turborotonde N211/N465 (Monster) is nagenoeg afgerond. De laatste werkzaamheden vinden plaats in 2024 (beplanting, verkoop gronden en overdracht). De financiële afronding wordt verwacht eind 2024 in plaats van 2023.
Ook het project N59 Energy Highway is in de afrondende fase. De werkzaamheden aan onder andere de groenvoorziening lopen nog wel door tot in 2025 in plaats van 2024 zoals nu opgenomen in het PZI.
Het project N217 Renovatie Heinenoord is inmiddels opgeleverd maar nog niet in 2023 geactiveerd vanwege de financiële afronding. Daarbij wordt het herstel van de deklaag van de Polderweg niet meer uitgevoerd vanuit het project maar door de regioaannemer voor het onderhoud aan de wegen. Hiervoor wordt € 140.000 overgeheveld naar het beheer en onderhoudsbudget onder beleidsprestatie 2.1.1.

Voor maatregelen bermveiligheid zijn vanuit het Rijk subsidies toegekend die als reservering waren opgenomen in het PZI. Helaas blijkt het niet mogelijk om de subsidie voor het project Bentwoudlaan – Vredenburghlaan te verzilveren. Bij de aanleg is de bermverharding niet apart geraamd en bergroot waardoor het achteraf niet mogelijk is om de uitgaven te verantwoorden naar het Rijk. Dit heeft overigens niet geleid tot een tekort op het project. De reservering vervalt uit het PZI. De laatste reservering die dan nog overblijft in het PZI is voor het project N223 duurzaam veilig fase 3. De project gaat de bermverharding in 2024 realiseren als onderdeel van de totale reconstructie. Daarom wordt de reservering nu toegevoegd aan het projectkrediet. De termijn voor de Rijksubsidie staat momenteel nog op eind 2023 maar het is mogelijk om deze met een jaar te verlengen. Het Rijk zal worden gevraagd om uitstel tot eind 2024. Het restantkrediet van € 7.000,- valt vrij naar de reservering tegenvallers en prijsontwikkeling onder beleidsprestatie 2.1.4.

Tabel 32: Overzicht wijzigingen diverse investeringskredieten uitvoeringsprojecten