Leeswijzer

Leeswijzer

Opzet van de Kadernota
Voor u ligt de Kadernota 2025. In de Kadernota is een meerjarig perspectief opgenomen met de kaders voor het volgende begrotingsjaar (2025) en minimaal de drie daarop volgende jaren (2026-2028). Deze kaders geven inzicht in de belangrijkste ontwikkelingen in de baten en lasten en reserves. Sinds enige jaren wordt in de Kadernota een meerjarig perspectief geschetst over een periode van 15 jaar. Dat is in deze Kadernota tot en met 2039.

Voor dit jaar is de keuze gemaakt om via één Statenvoorstel de Voorjaarsnota 2024 en Kadernota 2025 aan Provinciale Staten aan te bieden. In het Statenvoorstel is toegelicht dat de Voorjaarsnota 2024 veel (financiële) wijzigingen bevat met een meerjarig karakter. Dit volgt met name vanuit de verwerking van het coalitieakkoord. Omdat de kadernota het meerjarig beeld schets voor de Begroting 2025 en verder en het kader waarbinnen de Begroting 2025 opgebouwd moet worden is er voor gekozen zijn om meerjarige bijstellingen in de voorjaarsnota te verwerken en niet in de kadernota.

De hoofdstukindeling van de Kadernota is als volgt: in het beknopte hoofdstuk strategisch kennisbeeld laten we zien hoe we omgaan met lange termijn en sectoroverstijgende kennis, die nodig is om complexe maatschappelijke opgaven op te pakken en/of nieuwe thema’s te signaleren. Via de monitor leefomgeving kunt u zien hoe het er 'buiten' in de provincie Zuid-Holland voor staat. Deze monitor is gelijktijdig met de Jaarstukken 2023 aan u toegestuurd. Via de lange termijn agenda van het omgevingsbeleid ziet u welke Statenvoorstellen in het kader van het omgevingsbeleid naar u toekomen en wanneer.

In het hoofdstuk financiële hoofdlijnen en begroting geven we inzicht in de meerjarige ontwikkeling van het begrotingssaldo en de algemene (vrije) reserve. Ook is een beknopte toelichting opgenomen met betrekking tot de stelposten voor loon- en prijscompensatie. Via een toelichting op de ontwikkeling van de financiële indicatoren wordt geduid wat dit betekent voor de financiële weerbaarheid en wendbaarheid van de provincie. In de grondslagen wordt aangeven welke uitgangspunten van toepassing zijn, onder andere voor de te hanteren indexatiecijfers voor de Begroting 2025.

Het in deze Kadernota opgenomen meerjarig perspectief tot en met 2039 is uiteraard omgeven met veel onzekerheden, zowel aan de baten- als aan de lastenkant. Dat lichten we toe in het hoofdstuk onzekerheden met mogelijke impact op het begrotingssaldo . Vervolgens geeft het hoofdstuk lange termijn inzicht ambities inzicht in de meerjarige ontwikkeling van de baten, de lasten en de inzet van bestemmingsreserves. Dit inzicht is ook gespecificeerd per ambitie.

De Kadernota eindigt met enkele bijlagen:

  • Bijlage 1 geeft inzicht in de omvang van de kredietbedragen die we in komende jaren verwachten af te ronden en te activeren.
  • Bijlage 2 bevat de door Provinciale Staten vast te stellen (plafond)bedragen voor begrotingssubsidies en boekjaar- en projectsubsidies.
  • Bijlage 3 bevat een totaaloverzicht van financiële voorstellen en ontwikkelingen voor de Ambitie Bereikbaar Zuid-Holland en daarbinnen voor het Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur (PZI).
  • Bijlagen 4 tot en met 6: Statenbesluit, amendementen en moties en afkortingenlijst.

Lastencategorieën
In deze Kadernota wordt in het hoofdstuk lange termijn inzicht ambities inzicht gegeven in de opbouw van de lasten via een grafiek. De lasten zijn daarbij onderverdeeld in vier categorieën:  

  • Arbeidskosten: betreft de loonkostenformatie zoals opgenomen onder A in de paragraaf Arbeidscapaciteit (zie Voorjaarsnota 2024).
  • Kapitaallasten: betreft de kapitaallasten als gevolg van een investering.
  • Subsidies en inkomensoverdrachten: betreft de lastneming van subsidies en daarnaast bijdragen aan met name andere overheidsinstellingen.
  • Overige lasten: betreft de lasten die niet gerekend worden tot de hiervoor genoemde categorieën. Dit betreft o.a. uitgaven voor planmatig en groot onderhoud, externe inhuur, beleidsmatige onderzoeken, software licenties, stortingen in voorzieningen, afwaarderingen van aangekochte gronden, te betalen belastingen, gas/water/licht, en diverse overige uitgaven.

De categorie 'subsidies en inkomensoverdrachten' vormt een omvangrijk deel van de provinciale begroting. In deze categorie zijn de lasten begroot van subsidies, waaronder de concessie voor het openbaar vervoer. Daarnaast zijn hierin ook de bijdragen opgenomen die de provincie verstrekt aan andere overheidsinstellingen, zoals de omgevingsdiensten. Dergelijke bijdragen worden in de verslaggevingsregels (Iv3) aangeduid als 'inkomensoverdrachten'.

Deze pagina is gebouwd op 07/12/2024 07:56:46 met de export van 07/12/2024 07:47:38