Bijlagen

Beleidsprestatie 2-1-4 Voorbereiding provinciale infrastructuurprojecten en -subsidies (PZI)

Om ervoor te zorgen dat de provincie Zuid-Holland voor iedereen bereikbaar is en blijft op een duurzame en veilige manier legt de provincie ook nieuwe provinciale infrastructuur aan en verbetert bestaande provinciale infrastructuur. Of een infrastructurele ingreep passend en nodig is wordt bepaald door onderzoek te doen naar oorzaken en mogelijk maatregelen. Hierbij is het STOMP principe leidend (Stappen, Trappen, Openbaar Vervoer, deelvervoer en Privéauto). Daarnaast draagt de provincie bij aan projecten van anderen door middel van advisering en/of een financiële bijdrage. Verkeersveiligheid en duurzaamheid zijn standaard elementen in de voorbereiding van projecten.

1. Vervanging Concordiabrug
De verkenning voor de vervanging van de Concordiabrug in Gorinchem is afgerond. Bij de start van de verkenning is destijds ook al het uitvoeringskrediet beschikbaar gesteld door Provinciale Staten. Dit is echter niet in lijn met de nieuwe PZI spelregels. Het uitvoeringskrediet kan pas beschikbaar worden gesteld na het uitvoeringsbesluit. Daarom wordt nu het investeringskrediet gesplitst in een:

• Voorbereidingskrediet van € 0,8 mln (totale uitgaven van de verkenningsfase);
• Reservering van € 10,7 mln voor de uitvoeringsfase vervanging Concordiabrug.

In het najaar van 2024 kan naar verwachting een uitvoeringsbesluit aan Provinciale Staten worden voorgelegd waarbij het uitvoeringskrediet wordt aangevraagd.
Op basis van de huidige kostenraming voor de vervanging van de brug blijkt dat de reservering voor de uitvoeringsfase onvoldoende is. De kosten van de vervanging blijken hoger te zijn dan bij de start van de verkenning ingeschat. Dit heeft te maken met enerzijds prijsontwikkeling en anderzijds met de nadere uitwerking van het ontwerp en een scopewijziging (realisatie tijdelijke brug tijdens werkzaamheden).

Er is in het project zoveel mogelijk versoberd op de ontwerpeisen (breedte, hoogte etc.) en daarnaast verder gekeken naar overige versoberingsmaatregelen zoals een ander type brug en geen tijdelijke brug. Wanneer echter gekeken wordt naar de totale levensduur van de brug (inclusief onderhoudskosten) dan heeft een ander brugtype niet de voorkeur. Het niet realiseren van een tijdelijke brug is onwenselijk vanwege de hinder voor de omgeving en vanwege belang van de brug voor de hulpdiensten (aanrijtijden) en het openbaar vervoer.

De prijsontwikkeling van € 2 mln kan worden gedekt vanuit de gereserveerde middelen in het PZI voor prijsontwikkeling op lopende projecten t/m 2027. De wijziging in de reservering is terug te vinden onder beleidsprestatie 2.1.4 (nummer 23). Voor het overige tekort van € 10,7 mln wordt voorgesteld om deze te dekken vanuit de reservering verbeteringen kruisingen weg-vaarweg. Deze reservering is in het verleden ingesteld voor de integrale vervanging van bruggen waar dit noodzakelijk was. De kennis over de staat van onze bruggen is in de afgelopen jaren toegenomen. Daaruit weten we dat de komende 15 jaar er geen andere bruggen vervangen hoeven te worden. Dit voorstel gaat dus niet ten koste van een ander brugvervangingsproject.

Tabel 11: Overzicht wijzigingen investeringskrediet vervanging Concordiabrug

2. Toekomstige vervanging bestaande infrastructuur
In de Nota Onderhoud Kapitaalgoederen deel infrastructuur is geconstateerd dat voor toekomstige vervanging van bestaande infrastructuur zoals oevers van vaarwegen en viaducten een tekort is aan investeringsmiddelen ter grootte van circa € 75 mln in de periode 2028-2039 (beleidsdoel 2.2 en beleidsprestatie 2.2.1). Dit zijn onvermijdelijke uitgaven die noodzakelijk zijn om de huidige infrastructuur beschikbaar en veilig te houden en achterstallig onderhoud met bijbehorende hogere kosten te voorkomen. Binnen de middelen voor beheer- en onderhoud is geen ruimte om dit tekort op te vangen omdat het huidige onderhoudsniveau al sober en doelmatig is. Binnen de Ambitie Bereikbaar Zuid-Holland en het PZI zijn geen vrije investeringsmiddelen meer. Wel zijn er reserveringen voor toekomstige investeringen en onbeklemde exploitatiemiddelen in de reserve mobiliteit zonder bestuurlijke of juridische verplichting die hiervoor benut zouden kunnen worden.

In de huidige Financiële Verordening is opgenomen dat alle investeringen met een maatschappelijk nut worden geactiveerd. De huidige verordening wordt in 2024 geactualiseerd. Het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) stelt dat het activeren van bijdragen aan derden een keuze is en niet verplicht. Het afwijken van de huidige verordening biedt de mogelijkheid om voor een aantal bijdragen aan derden onbeklemde exploitatiemiddelen in de reserve te benutten. De vrijgekomen investeringsmiddelen kunnen dan worden ingezet voor beheer en onderhoud.

De onbeklemde incidentele middelen in de reserve mobiliteit waren eerder beklemd om de toekomstige prijsontwikkeling in OV op te vangen bij gebrek aan structurele dekking hiervoor. In 2023 is besloten op basis van het nieuwe indexeringsbeleid om dit te dekken met structurele middelen via de stelpost indexering. Hiervoor zijn ter compensatie incidentele middelen ingeleverd. Het restant van die middelen kan nu worden ingezet voor incidentele uitgaven.

Indien in de nieuwe Financiële Verordening besloten zal worden om anders om te gaan ten aanzien van bijdragen aan derden dan zullen de financiële gevolgen hiervan inzichtelijk worden gemaakt

Om de benodigde € 75 mln aan investeringsmiddelen vrij te spelen wordt voorgesteld om een deel van de reserve bereikbaarheid en mobiliteit waarvan zeker is dat deze onbeklemd zijn (geen juridische en bestuurlijke verplichtingen) in te zetten voor (mogelijke) toekomstige bijdragen aan Rijksinfrastructuur die we niet mogen activeren. De huidige reserveringen voor de Programmatische Aanpak Goederencorridor Oost (A15) en de Goederenvervoercorridors worden omgezet van investering naar exploitatie.
De nog resterende onbeklemde middelen in de reserves worden benut om een deel van de subsidies in het kader van de Uitvoeringsagenda Samen verder fietsen te dekken vooruitlopend op de aankomende wijzigingen van de Financiële Verordening.
Na deze omzettingen blijft er nog een tekort over van ruim € 17 mln welke gevonden wordt door bijna alle nog resterende reserveringen voor investeringsprojecten zonder juridische of bestuurlijke verplichting te schrappen. De Reservering verbetering kruisingen weg-vaarweg van € 3,8 mln (na voorstel vervanging Concordiabrug) kan worden ingezet omdat binnen de looptijd van PZI zover nu bekend geen bruggen vervangen hoeven te worden. De Reservering functionele verbeteringen vaarwegen van € 2,6 mln kan worden ingezet omdat er nu geen zicht is op noodzakelijke nieuwe verbeteringen aan de vaarwegen. Dit betekent wel dat wanneer nieuwe verbeteringen gewenst zijn dat geen beroep meer kan worden gedaan op deze reservering. De Reservering voor tegenvallers in de regio Gouwe van € 9,4 mln kan worden ingezet omdat deze niet nodig is voor het vervolg op Beter Bereikbaar Gouwe (zie verderop, de bestaande reservering is voldoende) of scopewijzigingen op anderen projecten in de regio zoals de N207 Zuid. Tot slot kan de Reservering Smart Mobility met € 1,2 mln worden verlaagd omdat hier nog geen concrete projecten voor bekend zijn en voor de verdere uitrol van intelligente verkeerslichten in dit kader apart middelen zijn gereserveerd.

Tabel 12: Overzicht wijzigingen investeringskredieten als gevolg van BBV en ten behoeve van tekort vervangingsinvesteringen (beleidsdoel 2.2)

Tabel 13: Overzicht wijzigingen exploitatiebudgetten als gevolg van BBV en ten behoeve van tekort vervangingsinvesteringen (beleidsdoel 2.2)

3. Projectmanagement N59 Energy Highway
Het project N59 Energy Highway wordt door de provincie uitgevoerd in samenwerking met het Rijk, Rijkswaterstaat, gemeenten Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland en provincie Zeeland . De weg is eigendom van Rijkswaterstaat. Voor dit project is afgesproken dat de maximale bijdrage van de provincie
€ 10,2 mln bedraagt exclusief het projectmanagement. Normaliter zijn de projectmanagementkosten integraal onderdeel van een projectbudget of krediet. Het projectmanagement wordt daarom bij uitzondering gedekt uit het budget initiatieffase. Het project is nagenoeg afgerond maar werkzaamheden aan onder andere de groenvoorziening en de financiële afronding vinden niet meer plaats in 2024 maar in 2025. Daarvoor wordt voorgesteld het budget voor projectmanagement met € 100.000,- te verhogen in 2025.

4. Fietsmaatregel Bodegravenboog (initiatieffase)
Recent is de Verkenning Beter Bereikbaar Gouwe afgerond en met Provinciale Staten besproken. Daarbij is afgesproken om gezamenlijk met het Rijk en de regio in te zetten op de verbetering van het knooppunt A12-N11 Bodegravenboog. Eind 2022 is in de Tweede Kamer een Motie aangenomen. De motie verzoekt het kabinet een bod van de regio voor de Bodegravenboog serieus te bezien. Het gaat daarbij om een werkende parallelstructuur inclusief op- en afrit bij Bodegraven een veilige fietsoversteek over of onder de op- en afritten van de N11 bij Bodegraven. Daarna is de Bodegravenboog echter door het Rijk gepauzeerd. Vervolgens hebben we als regio in oktober 2023 met de demissionair minister van I&W toch een afspraak kunnen maken om gezamenlijk met het Rijk een onderzoek te starten naar een integraal ontwerp voor een verbinding N11/A12. In dat onderzoek wordt ook een veilige fietsoversteek ontworpen passend binnen het eindbeeld. Op basis van het eindbeeld kan bekeken worden of de provincie een veilige fietsverbinding/-oversteek passend binnen dit eindbeeld vooruitlopend/gefaseerd/als no regret verder kan uitwerken in een verkenning.
Het initiatiefproject fietsmaatregel Bodegravenboog wordt opgestart om in afstemming met het Rijk de problematiek en mogelijke uitwerking in beeld te brengen. Voorgesteld wordt om hiervoor € 250.000,- exploitatiebudget beschikbaar te stellen voor 2024. Naar verwachting kan deze fase begin 2025 worden afgerond. Op basis van de uitkomsten kan een voorbereidingsbesluit worden voorgelegd aan Provinciale Staten voor de start van een verkenning. Onder beleidsprestatie 2.1.5 worden middelen gereserveerd voor de uitvoeringsfase.

5. R-Net Leiden – Noordwijk (initiatieffase)
Het initiatiefproject R-Net Leiden – Noordwijk komt voort uit het uitvoeringsproject HOV Leiden CS - Katwijk. Dit project bestaat uit een bijdrage aan maatregelen in Leiden en de aanleg van een busbaan langs de Tjalmaweg tussen Leiden en Katwijk. Nu wordt voorgesteld om het stuk van Katwijk naar Noordwijk ook verder te onderzoeken en daar totaal € 600.000,- exploitatiebudget beschikbaar te stellen waarvan € 450.000,- in 2024 en € 150.000,- in 2025. Vooralsnog zijn er geen middelen gereserveerd voor de uitvoeringsfase. Begin 2026 zal de initiatieffase zijn afgerond waarna, bij voldoende zicht op financiering voor de uitvoering, een voorbereidingsbesluit kan worden genomen.

6. Projecten initiatieffase
Het huidige PZI 2024-2039 bevat een aantal projecten in de initiatieffase. Voor deze fase is een structureel exploitatiebudget beschikbaar. Als gevolg van het voorstel om de bereikbaarheidsaanpak Zuid-Holland Bereikbaar structureel te dekken (zie beleidsprestatie 2.1.1) is vanaf 2027 € 375.000,- per jaar beschikbaar. Tot die tijd is bijna € 1,3 mln per jaar beschikbaar.

Tabel 14: Overzicht wijzigingen exploitatiebudget N59 en initiatieffase PZI

7. Indexering bijdrage nieuwe multimodale brug Rotterdam
In 2023 hebben Provinciale Staten besloten een financiële bijdrage te doen aan de planuitwerking en realisatie van de nieuwe multimodale brug Rotterdam. Deze brug krijgt een belangrijke functie in met name het openbaar vervoer netwerk door middel van een nieuwe tramverbinding tussen Kralingse Zoom en Zuidplein. Hiermee maakt de provincie de bouw van 35.000 woningen in dit deel van Rotterdam mede mogelijk. Voor de planuitwerking en realisatie is maximaal € 10 mln exploitatiebudget beschikbaar gesteld. In 2024 wordt hiervan € 200.000,- als subsidie verleend aan de gemeente Rotterdam. De subsidie is als begrotingssubsidie opgenomen in de Voorjaarsnota. Over de resterende reservering van € 9,8 mln voor de realisatie is afgesproken deze jaarlijks te indexeren met de prijs bruto overheidsinvesteringen (IBOI). Voorgesteld wordt om de reservering met € 0,4 mln te verhogen en deze te dekken met de hiervoor beschikbare middelen in het PZI. Aangezien dit investeringsmiddelen betreft kunnen deze niet rechtstreeks worden toegevoegd aan een exploitatiebudget. Daarom zal € 0,4 mln aan investeringsmiddelen vrijvallen. De wijziging in de reservering is terug te vinden onder beleidsprestatie 2.1.4 (nummer 23). De bijbehorende structurele kapitaallasten die nu gedekt zijn in de begroting treden hiermee niet op en vallen vrij naar het structurele begrotingssaldo. In plaats daarvan wordt incidenteel € 0,4 mln exploitatiebudget onttrokken aan de algemene reserve.

8. Afkoop beheer en onderhoud fietspad RijnlandRoute
In het kader van de aanleg van de RijnlandRoute is in 2013 een overeenkomst met de gemeente Wassenaar afgesloten over aanleg van een fietspad. In de overeenkomst is vastgelegd dat de provincie grond van de gemeente kreeg om daar fietspaden op te realiseren en dat de provincie de gronden daarna weer zou overdragen aan de gemeente inclusief een afkoopsom voor toekomstig beheer- en onderhoud van het fietspad. Hiervoor is bij het kaderbesluit infrastructuur 2020 parallel aan de Kadernota 2020 € 2,8 mln aan exploitatiebudget opgenomen in de begroting vanuit de inmiddels opgeheven reserve exploitatieprojecten. Recent is de daadwerkelijke afkoopsom vastgesteld op € 1,5 mln met betaling in 2024. Dit betekent dat bijna € 1,3 mln vrijvalt naar het onbeklemde deel van de reserve bereikbaarheid.

Tabel 15: Overzicht wijzigingen exploitatiebudget bijdrage Multimodale brug Rotterdam en afkoop beheer fietspad Wassenaar (RLR)

9. Verkenning Parallelweg N217
Voor de Parallelweg N217 is de verkenning afgerond. In lijn met de PZI spelregels, wordt het investeringskrediet gesplitst in verkenningsfase en een reservering voor de uitvoeringsfase.

De uit de verkenning naar voren gekomen voorkeursvariant van provincie en gemeente valt duurder uit dan de beschikbare financiële middelen. De kosten worden geraamd op € 10,6 mln exclusief projectmanagementkosten en de reeds gemaakt uitvoeringskosten. Wanneer rekening wordt gehouden met de bestuurlijk toegezegde bijdrage van de gemeente Hoeksche Waard van € 3,3 mln (inclusief impulssubsidie van het rijk) en de provinciale reservering voor de uitvoeringsfase van € 1,5 mln dan is het tekort circa € 6,9 mln. Voorgesteld wordt om de restitutie aan PZH vanuit het Wegschap Tunnel Dordtse Kil (lagere onderhoudskosten Kiltunnel) in de jaarrekening 2023 ter grootte van € 0,7 mln hiervoor beschikbaar te stellen. Dan is het restanttekort circa € 6,2 mln.

Versobering van de voorkeursvariant levert weinig tot geen besparing op. Met de gemeente is daarom afgesproken om dit tekort samen op te lossen zodat het project naar de uitvoeringsfase kan gaan. Na het zomerreces wordt u nader geïnformeerd per brief over de financiële afspraken. In het najaar volgt een uitvoeringsbesluit.

10. Verkenning N214 Verkeersveiligheid
Dit project bestaat uit onderhoudswerkzaamheden (doel 2.2) en een verkenning naar diverse functionele aanpassingen om de verkeersveiligheid en doorstroming te verbeteren. De toegekende Rijksbijdrage voor de bermverharding is inmiddels komen te vervallen. Deze maatregel had uiterlijk eind 2024 gerealiseerd moeten zijn, dit is niet meer mogelijk. Het apart uitvoeren van de maatregel was geen optie omdat deze samenhangt met benodigde aanpassingen vanuit onderhoud. Op basis van het actuele ontwerp en de bijbehorende kostenraming (prijspeil 2023) is een tekort ontstaan van € 8,5 mln ten op zichtte van de vorige raming op de functionele aanpassingen. Het project is eerder voor prijsontwikkeling gecompenseerd t/m 2021. Voor de prijsontwikkeling tot maart 2023 (prijspeil raming) wordt voorgesteld om € 0,8 mln aan het projectkrediet toe te voegen vanuit de reservering voor prijsontwikkeling projecten. Dan resteert een tekort van € 7,7 mln.

Vervolgens is de scope tegen het licht gehouden en kon een maatregel (kruising ’t Laantje in Noordeloos
€ 1,3 mln) worden geschrapt omdat er geen draagvlak voor is in de omgeving. De verbreding van het fietspad tussen de A15 en de N481 blijkt heel duur (€ 1,6 mln) en levert weinig veiligheidswinst op. Uit tellingen blijkt dat maar weinig fietsers tegen de rijrichting in fietsen, daarom kan ook deze worden geschrapt. Het versoberen of schrappen van de overige maatregelen zoals de bermverharding en aanpassingen aan rotondes en kruispunten hebben grote invloed op de projectdoelstellingen. Wanneer de doelstelling op doorstroming (uitbreiding rotonde N214/N481) wordt losgelaten ten gunste van verkeersveiligheid dan is het mogelijk om wel te versoberen. Wanneer dit niet gebeurt dan resteert een tekort van € 4,8 mln.
In hetzelfde gebied loopt het project gelijkvloerse kruising N214/N216. Dit project is volledig aanleg en verbetering en bevindt zich in de planuitwerking van de uitvoeringsfase. Uit de meest recente raming blijkt hier een overschot te zijn van circa € 1,6 mln. Beide projecten sluiten fysiek op elkaar aan en kunnen als een project worden aanbesteed en gerealiseerd. Daarom wordt voorgesteld om de € 1,6 mln over te hevelen naar de N214 verkeersveiligheid. Na deze wijziging resteert nog een tekort van circa € 3,2 mln. Wanneer de doelstelling op doorstroming wordt losgelaten dan kan het project binnen het beschikbare krediet worden uitgevoerd.

Niet alle lopende projecten in de verkenningsfase kunnen ook altijd daadwerkelijk gerealiseerd worden. Voor de tekorten op de N217 en N214 en projecten in de uitvoeringsfase (zie beleidsprestatie 2.1.5) geldt dat momenteel onvoldoende financiering beschikbaar is of vrijgemaakt kan worden om ze allemaal op te lossen. Het is namelijk niet meer mogelijk middelen vrij te maken zonder te snijden in projecten waarvoor al juridische en/of bestuurlijke verplichtingen zijn aangegaan. Dat betekent dat een keuze gemaakt zal moeten worden door Provinciale Staten welk project doorgang kan vinden en welke (voorlopig) niet.
Ondertussen zijn er ook nieuwe wensen vanuit de omgeving, Provinciale Staten en het nieuwe coalitieakkoord voor verkeersveiligheid en fiets. Dit betekent nieuwe verbeteringen (verkeersveiligheid en fiets en rotonde/fietstunnel N215 Middelharnis) of kostenverhogingen op lopende projecten waarvoor geen dekking is. Deze extra wensen kunnen we vooralsnog niet realiseren, tenzij dekking komt van buiten de ambitie Bereikbaar Zuid-Holland.

Tabel 16: Overzicht wijzigingen investeringskredieten N217 parallelweg en N214 verkeersveiligheid

11. Mobiliteitsmaatregelen Noordelijke Duin- en Bollenstreek
Het huidige onderzoek Mobiliteitsmaatregelen Noordelijke Duin- en Bollenstreek is nagenoeg afgerond. Hierbij is gebleken en eerder ook aan Provinciale Staten gemeld dat dit onderzoek meer het karakter heeft gehad van een initiatieffase dan een verkenning. Dat betekent dat alle gemaakte uitgaven t/m 2023, inclusief de uitgaven uit het verleden voor de Duinpolderweg, ten laste komen van de exploitatie en niet worden geactiveerd. De opgenomen investeringskredieten hiervoor worden weer toegevoegd aan de reservering Mobiliteitsmaatregelen Duin- en Bollenstreek voor de uitvoeringsfase. Bij de afronding van dit onderzoek is besloten om de gereserveerde middelen te verdelen over een pakket van nader te bepalen fietsmaatregelen, een bijdrage aan de fietstunnel Lisse en een reservering voor een mogelijke nieuwe verbindingsweg.
Voorgesteld wordt om deze reservering te splitsen in een:

• bijdrage van maximaal € 3 mln aan de fietstunnel Lisse (onderdeel Uitvoeringsagenda Samen verder fietsen in beleidsprestatie 2.1.5.);
• reservering van € 7 mln voor fietsmaatregelen in de Noordelijke Duin- en Bollenstreek;
• reservering van € 37,7 mln voor realisatie van de verbindingsweg N208-A44 ten zuiden van Lisse (initiatieffase)

Voor het initiatiefproject Verbindingsweg N208 – A44 ten zuiden van Lisse wordt voorgesteld om
€ 600.000,- ter beschikking te stellen voor deze fase waarvan € 400.000,- in 2024 en € 200.000,- in 2025. Naar verwachting kan medio 2025 het onderzoek afgerond zijn waarna een voorbereidingsbesluit kan worden voorgelegd.

Tabel 17: Overzicht wijzigingen investeringskredieten Mobiliteitsmaatregelen Noordelijke Duin- en Bollenstreek

Tabel 18: Overzicht wijzigingen exploitatiebudget Mobiliteitsmaatregelen Noordelijke Duin- en Bollenstreek

12. Afronding verkenning Beter Bereikbaar Gouwe
Recent is de Verkenning Beter Bereikbaar Gouwe afgerond en met Provinciale Staten besproken. De verkenning heeft geresulteerd in een door de regio gedragen voorkeursvariant met de aanleg van de fietsroutes Alphen aan den Rijn – Gouda en Gouda – Bodegraven Reeuwijk. De gemeenten zullen deze routes realiseren met subsidie van de provincie. Voorgesteld wordt om hiervoor € 10 mln te reserveren vanuit de reservering Beter Bereikbaar Gouwe. Momenteel wordt nog de laatste hand gelegd aan de uitwerking waarna in de loop van 2024 een uitvoeringsbesluit zal worden voorgelegd aan Provinciale Staten. Dit betreft een nieuw project dat zal worden opgepakt vanuit het huidige team van de Uitvoeringsagenda Samen verder fietsen.

Daarnaast is ook afgesproken om gezamenlijk in te zetten op de verbetering van het knooppunt A12-N11 Bodegravenboog. Eind 2022 is in de Tweede Kamer een Motie aangenomen. De motie verzoekt het kabinet een bod van de regio voor de Bodegravenboog serieus te bezien. Het gaat daarbij om een werkende parallelstructuur inclusief op- en afrit bij Bodegraven een veilige fietsoversteek over of onder de op- en afritten van de N11 bij Bodegraven. Daarna is de Bodegravenboog echter door het Rijk gepauzeerd. Vervolgens hebben we als regio in oktober 2023 met de demissionair minister van I&W toch een afspraak kunnen maken over een gewenst eindbeeld van de aansluiting. Regio en Rijk starten daarom een gezamenlijk onderzoek. Voor dit initiatiefproject (zie eerder) wordt voorgesteld € 15 mln te reserveren als bijdrage aan de Bodegravenboog en deze te dekken uit de reservering Beter Bereikbaar Gouwe . Deze reservering bestaat uit € 10 mln voor de Bodegravenboog t.b.v. de fietsmaatregel en € 5 mln voor de Fietsmaatregel Bodegravenboog. Het restant van de reservering Beter Bereikbaar Gouwe blijft beschikbaar voor onder andere projectmanagement en tegenvallers in de volgende projectfases.

Tabel 19: Overzicht wijzigingen investeringskredieten Beter Bereikbaar Gouwe

13. Actieplan Geluid
Het huidige Actieplan Geluid 2018-2023 is vorig jaar afgelopen. Het is wettelijk verplicht een nieuw actieplan op te stellen. Omdat het ook ziet op infrastructuur is in 2023 een nieuw initiatiefproject Actieplan Geluid 2024-2029 opgenomen in het PZI. De initiatieffase is afgerond en binnenkort zal het actieplan worden vastgesteld. Wat betreft infrastructuur zal het plan vooralsnog alleen de aanleg van een aantal geluidschermen bevatten. Er is financieel momenteel geen ruimte om structurele uitgaven op te nemen zoals de aanleg en vervanging van stil asfalt.
Voorgesteld wordt om voor de komende vijf jaar € 5 mln investeringskrediet te reservering voor de aanleg van geluidschermen. Omdat er geen vrije middelen beschikbaar zijn in het PZI en de overige middelen juridisch of bestuurlijk verplicht zijn wordt voorgesteld om een deel van de gereserveerde investeringsmiddelen voor geluidsschermen in het kader van SWUNG II (Samen Werken in de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid) naar voren te halen. Deze middelen zijn gereserveerd voor wettelijke verplichte maatregelen langs provinciale wegen op de lange termijn (2040). Hiervoor dienen eerst nog zogenaamde geluidsproductieplafonds (GPP’s) te worden vastgesteld. Het voorstel is om, vooruitlopend op de GPP’s en de wettelijke termijnen, op basis van de huidige beschikbare informatie nu al een aantal toekomstige knelpunten geluidsoverlast provinciale wegen aan te pakken. Hier zit wel een risico aan vast dat de uitgevoerde maatregelen niet toereikend blijken te zijn. Daar staat tegenover dat het maatschappelijk voordeel veel eerder optreedt en dat de aanleg nu minder kost dan na 2040 (prijsontwikkeling).

Een van de laatste projecten van het vorige actieplan, N210 Geluidsmaatregelen Krimpen a/d IJssel, is nagenoeg afgerond. Het is helaas niet gelukt dit project conform opgave in het PZI in 2023 helemaal af te ronden. De financiële afronding vindt plaats in 2024.

Tabel 20: Overzicht wijzigingen investeringskredieten Actieplan Geluid

14. Indexering bijdrage viersporigheid Schiedam
Voor de Bijdrage viersporigheid Schiedam zijn nadere afspraken gemaakt met ProRail over het toepassen van indexering op de provinciale bijdrage conform de bestuursovereenkomst. Er is voor gekozen om de bijdrage op voorhand te indexeren t/m oplevering van het project in 2025 met een overeengekomen rekenpercentages gebaseerd op de IBOI van afgelopen jaren. De provinciale bijdrage wordt met € 966.000,- verhoogd vanuit de reservering prijsontwikkeling in het PZI. Deze verhoging wordt als aanvullende subsidie aan ProRail opgenomen in de Voorjaarsnota. Na afloop van het project wordt bijdrage vastgesteld op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten en de vastgestelde jaarlijkse IBOI percentages.

15. Bijdrage Verlenging Hoekse Lijn
De subsidie voor de Verlenging Hoekse lijn kon helaas nog niet in 2023 worden vastgesteld. Hoewel het project al geruime tijd is opgeleverd kost de financiële afronding meer tijd. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt in 2024 verwacht waarna het investeringskrediet kan worden geactiveerd.

16. HOV DMG fase 3
Het project Hoogwaardig openbaar vervoer Drechtsteden Molenwaard en Gorinchem (waaronder Merwerdelingelijn) is in de uitvoeringsfase en onderdeel van beleidsprestatie 2.1.5. Dit project bestaat echter uit drie fases waarin infrastructuur maatregelen worden uitgevoerd om hoogwaardig openbaar vervoer te kunnen aanbieden (hoger comfort, frequentie en snelheid). Fase 1 is bijna afgerond en fase 2 is in uitvoering. Over fase 3 heeft echter in het verleden nog geen besluitvorming plaatsgevonden. Hierbij was de redenering dat pas na afronding van fases 1 en 2 en op basis van de nog resterende middelen besloten zou worden of een fase 3 zou starten en met welke maatregelen. Naar verwachting blijft er circa € 4 mln investeringskrediet over na realisatie van de fase 1 en 2. Op basis van de PZI spelregels zal hiervoor een nieuw uitvoeringsbesluit moeten worden genomen door Gedeputeerde Staten. Tot die tijd wordt voorgesteld om de € 4 mln restantkrediet op te nemen als reservering voor HOV DMG fase 3.

17. Verkenning Halteverbeterplan 2022-2030
De Verkenning zal in 2024 worden afgerond in plaats van in 2023. Daarentegen zijn er in de verkenningsfase minder uitgaven gedaan dan verwacht waardoor een deel van het voorbereidingskrediet kan terugvloeien naar de reservering voor de uitvoeringsfase. Naar verwachting zullen Gedeputeerde Staten binnenkort het uitvoeringsbesluit nemen waardoor het project naar de uitvoeringsfase gaat. Dit wordt verwerkt in het nieuwe PZI 2025-2039.

18. Verkenning Uitvoerings- en Investeringsprogramma doorstroming OV
De verkenning is nog in volle gang en loopt conform planning zoals opgegeven in het vigerende PZI 2024-2039. Naar verwachting kan eind 2024 een uitvoeringsbesluit worden voorgelegd een Provinciale Staten. Het is nu al wel duidelijk dat het programma eerder kan worden afgerond dan eerder gedacht (2030 in plaats van 2032) en zal bestaan uit subsidies aan andere regionale wegbeheerders (gemeenten) binnen de provinciale bus concessies. Hiervoor wordt de bestaande Subsidieregeling Mobiliteit aangepast.

19. Subsidie Inframaatregelen Leiden Centraal - Leiden Lammenschans
De subsidie voor deze maatregelen is helaas nog niet vastgesteld in 2023. Hoewel het project wel in 2023 is afgerond lukte het de gemeente Leiden niet meer om tijdig de benodigde stukken in te dienen. Dit zal alsnog in 2024 gebeuren waarna het bijbehorende investeringskrediet zal worden geactiveerd.

Tabel 21: Overzicht diverse wijzigingen investeringskredieten openbaar vervoerprojecten

20. Bereikbaarheid Vijfde Dorp (Zuidplas)
Met de gemeenten Zuidplas en Gouda heeft de provincie een Deelovereenkomst Mobiliteit afgesloten voor de ontwikkeling van het Middengebied van de Zuidplaspolder onder de noemer Bereikbaarheid Vijfde Dorp (Zuidplas).
De Bestuurlijke Overeenkomst regelt ten aanzien van de Mobiliteit het ‘wat’ van de mobiliteitsopgave die samenhangt met de gebiedsontwikkeling. Er is een beschrijving gegeven van maatregelen die noodzakelijk zijn. Ook is op basis van (globale) ramingen bepaald hoe de mobiliteitsopgave financieel gedekt wordt door de partners in de gebiedsontwikkeling.
De gemeente Zuidplas staat aan de lat voor de ontsluiting van het gebied. Daarnaast zijn met regiopartijen, waaronder de provincie Zuid-Holland, afspraken gemaakt over maatregelen aan het regionale wegennet van in totaal € 26,7 mln. De gemeente Zuidplas draagt aan deze maatregelen € 16 mln bij, de provincie Zuid-Holland neemt € 6 mln voor haar rekening en de gemeente Gouda levert een bijdrage van € 4,7 mln. Afgesproken is om deze bijdragen te indexeren. In het PZI is een reservering opgenomen van € 2,4 mln (prijspeil 1 januari 2023) voor deze maatregelen onder de naam Reservering Bereikbaarheid Vijfde Dorp (Zuidplas).
Daarnaast draagt de provincie € 3,9 mln bij door middel van de verkoop van restgronden van de aanleg van de Moordrechtboog, maar dit valt buiten het PZI en de Ambitie Bereikbaar Zuid-Holland. De bijdrage van de provincie Zuid-Holland is gekoppeld aan maatregelen aan de N457 ter hoogte van Westergouwe maatregelen rond de aansluitingen op de A12 (N219 en N457).

Dit project bevindt zich momenteel in de initiatieffase. Vooralsnog is alleen personele inzet nodig. Naar verwachting zal eind 2024 een voorbereidingsbesluit kunnen worden genomen voor de overgang naar de verkenningsfase. Voorgesteld wordt om vooruitlopend hierop voor de verkenningsfase € 100.000,- voorbereidingskrediet op te nemen in het PZI vanuit de reservering voor Bereikbaarheid Vijfde Dorp. Naar verwachting is deze fase in 2025 afgerond.

21. Bijdrage Drechtsteden Programmatische Aanpak Goederencorridor Oost (A15)
Het Rijksproject MIRT Verkenning A15 Papendrecht Gorinchem in het kader van Goederencorridor Oost is door het Rijk tot nader order gepauzeerd. De regio Drechtsteden heeft hierop besloten haar bijdrage, die via de provincie aan het Rijk zou worden verstrekt, niet meer beschikbaar te houden voor dit project maar anders in te zetten. De reservering die hiervoor in het PZI was opgenomen komt daarmee te vervallen. De reeds ontvangen middelen worden aan de regio terugbetaald.

Tabel 22: Overzicht wijzigingen investeringskredieten Bereikbaarheid Vijfde Dorp en Programmatische Aanpak Goederenvervoercorridor Oost (A15)

22. Bijdrage aan verplaatsing Laga
Tot slot worden een aantal correcties verwerkt in de Voorjaarsnota en het PZI. De bijdrage aan de verplaatsing van deze roeivereniging in Delft vanwege werkzaamheden rondom de Schie is in 2023 als subsidie verleend. De werkzaamheden worden pas in 2024 afgerond waarna de subsidie pas kan worden vastgesteld en het investeringskrediet geactiveerd.

23. Bediening Amaliabrug in relatie tot de A20
De verkenning naar maatregelen om de Amaliabrug beter te benutten tijdens drukte op de A20 loopt nog. Echter conform de PZI spelregels worden het investeringskrediet voor de verkenning- en de uitvoeringsfase gesplitst. Het uitvoeringskrediet komt pas beschikbaar wanneer een uitvoeringsbesluit wordt genomen door Gedeputeerde Staten. Naar verwachting kan dit eind 2024 plaatsvinden.

Tabel 23: Overzicht wijzigingen investeringskredieten vaarwegprojecten

24. Wijzigingen reserveringen als gevolg van voorstellen
Voor de Uitvoeringsprojecten N216 rotonde Goudriaan en N207 Zuid wordt onder beleidsprestatie 2.1.5 voorgesteld een beroep te doen op de reservering functionele verbeteringen wegen verkeersveiligheid en doorstroming die valt on beleidsprestatie 2.1.4.
Dit geldt ook voor de uitvoeringsprojecten N211 Wippolderlaan, N215 Melissant – Dirksland en St. Sebastiaansbrug. Dit betreffen onvoorziene tegenvallers waarvoor een beroep wordt gedaan op de Reservering prijsontwikkeling en tegenvallers lopende projecten. De inhoudelijke voorstellen zijn opgenomen onder beleidsprestatie 2.1.5.
De reservering prijsontwikkeling lopende projecten t/m 2027 wordt ingezet voor diverse projecten verspreid over de beleidsprestaties 2.1.4 en 2.1.5. Deze wijziging is de optelsom van de blauw gearceerde wijzigingen.

Tabel 24: Overzicht wijzigingen gereserveerde investeringskredieten voor functionele verbeteringen, tegenvallers en prijsontwikkeling